Het verbod op misbruik van economische afhankelijkheid: de eerste uitspraken sijpelen binnen
 28/07/2021 | Artikels
Het verbod op misbruik van economische afhankelijkheid: de eerste uitspraken sijpelen binnen

 

In een vonnis van 16 maart 2021 heeft de Voorzitter van de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank van Brussel, zetelend in kortgeding (en dus als stakingsrechter), uitspraak gedaan over een opgeworpen schending van het verbod op misbruik van economische afhankelijkheid.

De feiten kunnen kort als volgt worden geschetst:

YAKAR is een KMO die zich bezig houdt met bewerking en verhandeling van diamanten. EBURY biedt in België betaaldiensten aan met toestemming van de Nationale Bank. Door de weigering van de in België gevestigde banken om hun dienstverlening open te stellen voor diamantairs of tussenpersonen werd er tussen YAKAR en EBURY in 2018 een overeenkomst gesloten, waarbij EBURY er zich toe verbond voor YAKAR een bankrekening te openen zodat YAKAR betalingen kon ontvangen en uitvoeren. In september 2020 zette EBURY de dienstverlening plots stop, met als gevolg dat YAKAR haar betalingsverkeer opgeschort zag. YAKAR stelde een vordering in voor de stakingsrechter onder meer wegens het verbod op misbruik van economische afhankelijkheid. YAKAR was immers van EBURY afhankelijk en zonder dewelke zij haar activiteiten niet kon uitoefenen.

Als algemene kenmerken van dit verbod weerhield de rechter volgende principes:

1) Economische afhankelijkheid is een onderworpenheid die een extreme graad van afhankelijkheid veronderstelt en

a. waardoor er voor de misbruikte betrokkene geen redelijk equivalent alternatief voorhanden is

b. waardoor de andere onderneming (de misbruiker) de mogelijkheid krijgt om prestaties of voorwaarden op te leggen die in normale omstandigheden niet aanwezig zijn

De rechter oordeelde dat er voor YAKAR geen redelijk equivalent alternatief is. YAKAR kan immers niet terecht bij een andere bank.

Door plots voor YAKAR geen betalingsopdrachten meer uit te voeren doch wel gelden voor YAKAR te ontvangen, heeft EBURY voorwaarden opgelegd, lees de financiële dienstverlening beperkt, die een financiële instelling in normale marktomstandigheden niet kan beperken.

 

2) Er moet misbruik zijn

De rechter oordeelde dat er sprake is van misbruik, nu de opschorting van de financiële dienstverlening door EBURY bewust is gebeurd, EBURY de precaire situatie van YAKAR kende doch voornamelijk ook omdat EBURY dergelijk gedrag niet zou kunnen stellen ten aanzien van cliënteel dat vrij een bankrekening kan openen. Dat cliënteel zou immers prompt gewoon van bank veranderen.

 

3) Het misbruik kan de mededinging op de betrokken Belgische markt of op een wezenlijk deel daarvan aantasten

Door zelf en willekeurig te kunnen kiezen aan wie zij haar diensten verleent en dus welke KMO wel of niet nog aan het economisch verkeer kan en mag deelnemen, hebben de beslissingen van EBURY rechtstreeks een impact op de concurrentie die op de markt van deze KMO’s heerst.

 

Naar onze mening heeft de rechter in dit vonnis een behoorlijke toepassing gemaakt van de wettelijke bepalingen zoals gesteld in artikel IV.2./1 WER.

Evenwel zijn niet alle gevallen even duidelijk als het geval van YAKAR.

U zal er op moeten toezien dat de inbreuk voor de rechter op een zo duidelijk mogelijke manier wordt geformuleerd opdat de inbreuk ook kan worden weerhouden.

 

Als u nog vragen heeft of als u een meer gepersonaliseerde behandeling nodig heeft, gelieve contact op te nemen met ons advocatenkantoor via e-mail, per telefoon op 02/538.32.50 of maak meteen een afspraak hier.

 

Thierry Decoster
Legal Assistant Sub Rosa Legal

Share This Post :

Blog Search

Categories

Recent Articles