De fiscus gooit roet in het eten van echtgenoten die hun successie planden via een levensverzekering
 22/02/2021 | Artikels
De fiscus gooit roet in het eten van echtgenoten die hun successie planden via een levensverzekering

 

De fiscale administratie start het jaar met een opmerkelijke circulaire

Op 7 januari werd de Circulaire 2021/C/2 betreffende art. 8 van het Wetboek der successierechten en de toepasselijke belastingheffing voor diverse types van levensverzekeringsovereenkomsten gepubliceerd. Deze circulaire is van toepassing op alle overlijdens vanaf 1 september 2018 en heeft tot gevolg dat de succesplanning via een levensverzekering tussen echtgenoten op retroactieve wijze veel minder gunstig wordt.

Wij lichten de impact van de circulaire toe aan de hand van een fictief voorbeeld:

Twee echtgenoten gaan een levensverzekeringsovereenkomst aan die gefinancierd is met gemeenschapsgelden. Beiden zijn aangeduid als verzekerde. De overeenkomst bevat tevens een clausule van overdracht van rechten aan de langstlevende, deze laatste zal dus alleen over de overeenkomst kunnen blijven beschikken na het overlijden van de eerststervende echtgenoot.

De clausule inzake de overdracht van rechten biedt aan de langstlevende echtgenoot dus onder meer de mogelijkheid om de overeenkomst af te kopen. Dit betekent dat de langstlevende echtgenoot de overeenkomst kan beëindigen en in ruil daarvoor de uitkering van het kapitaal, de zogenaamde "afkoopwaarde", van de verzekeringsmaatschappij ontvangt.

Burgerrechtelijk wordt de afkoopwaarde van de levensverzekering gezien als een eigen goed van de langstlevende echtgenoot. Uiteraard is er, met het oog op de gelijke behandeling van de erfgenamen, wel een vergoeding verschuldigd van de langstlevende aan het gemeenschappelijk vermogen voor de premies betaald met gemeenschapsgelden.

 

Vroegere belastingheffing

Op fiscaal vlak werd deze vergoeding vrijgesteld van erfbelasting op basis van artikel 16 W.Succ. aangezien het een vergoeding aan de gemeenschap betrof.

Op die manier werd het mogelijk om een element van het gemeenschappelijk vermogen, over te dragen aan de langstlevende, vrijgesteld van enige erfbelasting.

Dit vormde een uitzondering op het principe dat bij de ontbinding van het huwelijk door overlijden, er erfbelasting verschuldigd is op de helft van het gemeenschappelijk vermogen.

 

De belastingheffing volgens de Circulaire 2021/C/2

In haar circulaire van 7 januari verkondigt de fiscale administratie dat er in het geval van ons fictief voorbeeld, waar er bij het overlijden van de eerststervende een overdracht plaatsvindt van rechten uit de levensverzekeringsovereenkomst aan de langstlevende, sprake is van een ‘fictief legaat’, zoals bedoelt in artikel 8 W.Succ.. De fiscus is dus van mening dat er op de afkoopwaarde van de levensverzekering successierechten moeten worden geheven.

Het voorwerp van de belastingheffing van dit fictief legaat zijn ‘de sommen, renten of waarden die een persoon geroepen is te ontvangen’ (artikel 8 W.Succ.). Volgens de fiscale administratie is het dus weinig van belang dat de afkoopwaarde van de levensverzekering door het Burgerlijk Wetboek wordt gekwalificeerd als een eigen goed van de langstlevende echtgenoot, aangezien deze afkoopwaarde niet het voorwerp is van de belastingheffing.

 

Conclusie

De fiscus is van mening dat de afkoopwaarde van de levensverzekering via een legaat wordt overgedragen en dat er dus successierechten moeten worden geheven.

Het gevolg van deze circulaire is in verschillende opzichten problematisch.

De fiscale administratie is niet bevoegd om door middel van een circulaire een nieuwe belastinggrondslag vast te stellen, als gevolg van het legaliteitsbeginsel in fiscale zaken.

Bovendien wordt dit grondbeginsel eveneens geschonden door de terugwerkende kracht van de circulaire. De belastingplichtige kon namelijk niet voorzien welk belastingstelsel op hem zou worden toegepast.

Bijgevolg sluit men een beroepsprocedure tegen de Circulaire 2021/C/2 bij de Raad van State niet uit.

In afwachting hiervan lijkt het echter aangeraden om zich te laten bijstaan bij het plannen van een erfopvolging.

 

Indien u hierover meer informatie wenst, aarzel dan niet om contact op te nemen met ons advocatenkantoor per e-mail of telefonisch op het nummer 02/538.32.50 of direct een afspraak maken.

 

Sarah Elslander
Advocaat Sub Rosa Legal

Share This Post :

Blog Search

Categories

Recent Articles